Rond kwart over een kwam ik aan bij de Amerikaanse ambassade. Mijn auto had ik geparkeerd onder de Wetstraat, en mijn GSM had ik in de auto achtergelaten. Eerst een kwartiertje wachten aan het checkpoint waar Belgische politie en bewakingsfirma opgesteld staan. Onder de wachtenden bevinden zich nogal wat Oost-Aziaten en Amerikanen. Daarna nog een kwartier wachten voor de ingang van de ambassade, waar een bewaker de wachtenden druppelsgewijs naar binnen laat. Mijn boekentas en de grote map met al mijn diploma's gaan door de X-ray scanner, ikzelf moet door de metaaldetector. De inhoud van mijn boekentas mag ik meenemen naar binnen, maar de boekentas zelf en mijn autosleutels moet ik achterlaten, in ruil voor een bonnetje.
In de wachtzaal neem ik een ticket. Nummer 202, aangekomen om 13:46. Bezoekersvisa hebben een volgnummer in de 400, immigratievisa in de 200. Vooraan in de wachtzaal staan twee tv-schermen. Op het ene speelt CNN, op het andere staan de volgnummers die aan de beurt zijn. Na een kwartier wachten gaat loket 8 open en verschijnt 202 op het scherm.
Achter het glas zit Steven, voor het loket sta ik met al mijn papieren. De conversatie verloopt aanvankelijk in het Engels, tot Steven merkt dat ik Nederlandstalig ben. Steven stelt open vragen: waar komt u voor, wat hebt u allemaal meegebracht. Ik breng twee toevoegingen aan op de formulieren die ik in juli naar Kentucky had gestuurd. Ik had mijn "middle name" niet ingevuld, en ik had nog geen Amerikaans correspondentie-adres opgegeven. Ik heb in totaal vijf voornamen, en vraag of ik mijn "middle name" mag beperken tot mijn tweede voornaam. Het antwoord luidt dat ik àl mijn voornamen moet vermelden, zoals ze op mijn geboorteakte vermeld staan. Als ik wijs op het invulveldje op het formulier, waar ongeveer vijf centimeter beschikbaar is voor de "middle name", zegt Steven: begin maar met uw voornamen in te vullen, en stop ermee als er geen plaats meer is. Ik krijg er welgeteld twee "middle names" ingepropt.
Het checken van de documenten verloopt efficiënt. De kopieên van de diploma's worden vergeleken met het origineel en afgestempeld. Mijn geboorteakte bestond uit twee vellen: een formulier waarop alle informatie stond, en een fotocopie van de originele registratie. Dat tweede vel kreeg ik terug, dat was niet nodig. Van het uittreksel uit het strafregister wordt nagekeken of het minder dan 6 maanden oud is. Nadat ik de eerste keer won, in mei, had ik er al een aangevraagd. Maar in december heb ik er opnieuw een aangevraagd, dus dat is OK. Dat ik een militie-attest bijheb, wekt zelfs enige verbazing: blijkbaar zijn sommige gemeentes niet meer in staat om die uit te reiken. Ik zeg dat ik een vermogensstaat bij heb, getekend en gestempeld door mijn bank, om mijn financiële middelen aan te tonen. Maar dat blijkt niet nodig te zijn. Mijn vingerafdrukken worden gescand. Het inscannen van de drie pasfoto's verloopt wat minder vlot. Steven stelt voor dat ik eerst ga betalen aan loket 5, terwijl hij mijn pasfoto probeert te scannen.
Aan loket 5 moet ik eerst wachten tot een groot gezin klaar is met zijn formaliteiten. Ik betaal in dollar met Visa, 440 dollar. Ik krijg drie tickets waarvan ik er een aan Steven moet geven. Terug aan loket 8 kijk ik naar de documenten die op het bureau van Steven liggen. Een map met een keurig uitgeprinte tab waarop mijn naam en geboortedatum staan. Een printout van mijn deelname aan de loterij, inclusief mijn case nummer, met als datum 9 juni 2011. Zelf kwam ik pas op 15 juli te weten dat ik (een tweede keer) gewonnen had, maar de computer wist het dus blijkbaar al op 9 juni. Steven steekt alle documenten in het mapje, steekt er een checklist bij waarop hij alles aangevinkt heeft, en markeert een nog te ondertekenen formulier met een inplakvelletje. Alles is klaar voor de volgende stap, het interview bij de consul. Ik mag terug plaatsnemen in de wachtzaal.
Ik zie achtereenvolgens 203 en 204 verschijnen op het scherm, maar niemand komt opdagen aan loket 8. 205 blijkt een Franstalige te zijn, die wordt van loket 8 doorverwezen naar loket 7. Ik hoor de man, duidelijk ook een DV-winnaar die blijkbaar eerder al eens is langsgeweest maar nog ontbrekende documenten moet binnenbrengen, uitleggen dat hij zijn vriendin wil meekrijgen naar de VS, en dat ze niet getrouwd zijn maar een officieel samenlevingscontract hebben. De dame achter het loket legt hem vriendelijk en geduldig uit dat hij niet alleen zal moeten trouwen, maar bovendien ook zal moeten aantonen dat hij zijn vriendin al kende toen hij deelnam aan de loterij. Ze legt hem ook uit dat zodra het immigratievisum in zijn paspoort geplakt is, er niets meer kan veranderd worden aan zijn aanvraag. De man blijft doorvragen: welke gevolgen zal het activeren van zijn visum hebben op fiscaal vlak? Hij weet er niet veel van, maar weet blijkbaar ook niet goed wat hij wil.
Na een tiental minuten verschijnt 202 weer op het scherm, dit keer naar loket 2, om het hoekje. Daar zit de consul, een jonge man met een moderne randloze bril. Hij vraagt hoeveel keer ik heb meegedaan aan de loterij. Ik wist dat die vraag zou komen, en ik had het nageteld: dit was de negende keer. Ik moet opnieuw een vingerafdruk laten scannen, deze keer volstaat de linkerwijsvinger. Ik moet met mijn rechterhand zweren dat alle informatie die ik gegeven heb en zal geven correct is. Waarom ik naar de VS wil? Ik ben er al zo'n twintig keer geweest, en elke keer voel ik me er meer thuis, en telkens ik terugkom in België voel ik me daar minder thuis. Ik zeg dat ik het optimisme, de can-do mentaliteit, en de zin voor zelfredzaamheid van de Amerikanen waardeer. Hij glimlacht, ik vermoed dat hij al duizenden keren hetzelfde gehoord heeft. Hij vraagt of mijn bezoeken aan de VS voor toerisme of zaken waren. Beide: beroepshalve vooral conferenties, de rest voor het plezier. Waar ik wil gaan wonen? Ik overweeg nog verschillende opties, maar Austin in Texas lijkt toch de meeste kans te maken, zeg ik. Alles wat ik zeg tikt hij razendsnel in op zijn computer. Hij zegt dat hij mij het visum gaat toekennen: ik moet alleen nog tekenen en dan zal hij tegentekenen. Zo gezegd, zo gedaan. Tot slot zoekt hij nog wat op in de computer. Ik zie hem glimlachen: "you have been quite a lot in the States". Ik vraag hem of hij dat kan zien op het scherm. "Ik heb een gezichtsherkenningsprogramma gestart", antwoordt hij, "en ik zie jouw foto opduiken, genomen bij het binnenkomen van de VS op verschillende plaatsen en op verschillende tijdstippen". Ik kan natuurlijk niet zien wat er op zijn scherm staat, maar ik zie hem kijken van links naar rechts en van boven naar onder. Dat moet nogal een fotomozaïek zijn...
Mijn paspoort met mijn visum zal over een week klaar zijn. Er zal ook een envelop bijzitten die ik bij mijn eerste bezoek aan de VS moet afgeven. Ik vraag hem of ik mijn x-ray foto's van het medisch onderzoek ook moet meenemen naar de VS. Ik had namelijk op de blog van kathleen_vw gelezen dat ze zichzelf al zag sleuren met die envelop en de röntgenfoto's. "Nee, je bent gezond verklaard door de dokter, dat staat op de formulieren, dat is voldoende". Oef, alweer wat minder ballast in de handbagage.
Ik vertrek namelijk al op 7 maart via Parijs naar Dallas, waar ik mijn visum zal activeren. Vandaar rij ik door naar de South By Southwest (SXSW) conferentie in Austin. Dat geeft me exact nog drie mogelijkheden om mijn paspoort op te halen: op 1 maart, 5 maart of 6 maart, telkens van 2 tot 4 's middags. Stel dat er nu één of ander document had ontbroken waarvoor ik nog eens had moeten terugkomen, dan was mijn reis wellicht in het water gevallen. Maar ik ben altijd optimistisch gebleven dat ik het zou halen!
